Facebook Twitter LinkedIn
 

Historie

Voor het huidige bestuur bestaat de club langer dan wij zelf bestaan. Een groot woord van dank richting Jan Merkx, die ons een uur heeft voorzien van prachtige verhalen over het verleden van de club. En we hadden best wat meer tijd kunnen gebruiken!

Voor en na de oorlog 
Hockeyclub Oirschot zag het levenslicht op 15 december 1946. Meer dan een halve eeuw geleden. De eerste voorzitter was de heer Piet van Haaren. Eigenlijk was al eerder een poging gedaan een hockeyclub op te richten in ons pittoreske dorp, voor de oorlog. De jongens Nuyens zaten in meubelfabriek Teurlings en Meijers en maakten zelf houten hockeysticks. En dat sneed niet echt hout, de sticks gingen snel kapot. Toen de oorlog begon, werd duidelijk dat het oprichten van een hockeyclub even totaal niet belangrijk was.

Tussen het maïs
Zoals gezegd, was het in 1946 wel zover. Op het oude sportpark, waar nu de Lidl staat, lag een voetbalveld en was een strook gras beschikbaar waar wij mochten hockeyen. Het eerste officiële veld lag achter Schoonoord op de Besteweg. Via een glibberig paadje kon je bij het hockeyveld komen. Nou ja, hockeyveld. Een stuk gras met links de maïs en rechts de andere gewassen. Tussenin was er een stuk gras van de boer beschikbaar waar we best een potje op mochten hockeyen. Als dat ging. Want het veld lag zo bol, dat je als je op de ene kant stond en keek naar de andere kant van het veld, je alleen de lat van de goal zag. Makkelijk scoren! 

Uiteindelijk zou het erom draaien dat we toestemming kregen van de KNHB om een volwaardig club te zijn. Ze keken onder andere naar de accommodatie. Beter gezegd een keet, met een paar kraantjes in een lijn die verbonden waren met de ton water (kanaalwater, zelf geschept) buiten zodat je kon douchen. Als je geluk had, want als je het eerste kraantje opendeed was de kans klein dat je als laatste in de rij ook wat water over je heen kreeg.

Charmes richting de KNHB
De KNHB kwam op bezoek en zag de dames Bullens met een handgrasmaaier het gras maaien. Eigenlijk moest het veld afgekeurd worden, maar de man van de KNHB was zo ontroerd door het beeld dat hij zei "Dit veld is eigenlijk niet geschikt om te hockeyen, maar jullie ontroeren me ze dat ik goedkeuring verleen dat jullie hier kunnen en mogen hockeyen". En zo geschiedde, er kon gespeeld worden.

Eind jaren '50, begin jaren '60 werden de eerste jeugdelftallen gevormd. En toen kon de club gaan groeien. Hockey werd populairder en mensen hadden de mogelijkheid om contributie te betalen: 24 gulden per jaar. Er was ook wat geld om een biertje te drinken. Maar niet in ons paviljoen natuurlijk, nee, bij Café van der Lee werden de gasten ontvangen. Slechts paar honderd meter glibberen. 

Hockeyclub Oirschot goes international
In 1966 ging een delegatie van de club hockeyen in Ramsgate. Een internationaal hockeyfestival. Eerst met de boot, later ook met het vliegtuig. Vanuit Amsterdam vertrokken leden van de hockeyclub naar Engeland. Toen ze een keer in Amsterdam opstegen en er stukken bleken te zijn aan de motor, moesten ze een noodlanding maken in Rotterdam. Heel Oirschot in rep en roer: de hockeyclub heeft een noodstop moeten maken. Later reisden niet alleen leden van de club naar buitenlandse toernooien, maar gingen ook de niet-hockeyers mee. Naar Oberstein bijvoorbeeld, waar geregeld een Oirschottenaar op het veld stond die nog nooit een stick had aangeraakt. 

Na het spelen van de toernooien in het buitenland, ontstond ook het idee om zelf een toernooi te organiseren. Het Donkey Festival. Ook in Oirschot kwamen nu hockeyers vanuit de hele wereld. Het was dan ook niet gek dat je "Drie sherry" inschonk omdat je "Drei Sherry" verstond in plaats van "Dry sherry". Mooie anekdotes. Later kregen we ook een kunstgrasveld, tegelijk met het complex waar we nu zitten: Moorland. Rond de jaren '80 verplaatsen we ons naar de plek waar we nu nu met veel plezier zitten en hopelijk nog heel veel jaren zullen hockeyen en feestjes kunnen vieren!